Pasta koken lijkt voor de meeste mensen eenvoudig, maar in werkelijkheid is een foutje snel gemaakt. Om een perfecte pasta te maken zal je een aantal zaken goed moeten doen. Waarom? Omdat een goede pasta een betere smaak en aroma heeft. Daarom geven we je graag een aantal tips om de perfecte pasta te serveren!

1. Gebruik pasta van goede kwaliteit

Het begint met kwaliteit. De ene pasta is de andere niet. Het prijsverschil tussen pasta’s heeft een reden: zo is de duurdere, in bronzen platen getrokken pasta, opgeruwd waardoor de saus beter hecht en de pasta beter smaakt! Ook het soort graan speelt een rol.

2. Kook de pasta in veel water

Een goede vuistregel is dat je 1 liter water nodig hebt voor 100 gram pasta. Gebruik zeker niet minder. Waarom vraag je je af? Pasta moet zwemmen! Het koken in een ruime hoeveelheid water heeft namelijk als voordeel dat de pasta minder snel aan elkaar vastkleeft en de temperatuur van het water koelt minder snel af als je de pasta in de pan doet, waardoor je de kooktijd beter kan bewaken. Een ruime pastapan is dus handig.

3. Doe de pasta in de pan als het water kookt

Pas als het water kookt, voeg je de pasta toe. De reden hiervoor is simpel, in koud water wordt pasta niet gaar. Wat je vaak zult merken is dat zodra je de pasta in het kokend water giet de temperatuur afkoelt en het even duurt voordat het water weer kookt. Dit is niet erg, maar zorg wel dat het water weer snel kookt; vanaf dan gaat de kooktijd pas in.

4. Gebruik olijfolie…of toch niet?

Zodra de pasta in de pan zit, moet je het altijd even roeren omdat het anders de neiging heeft aan elkaar te plakken. Om dit te voorkomen doen veel mensen een scheutje olijfolie in de pan. Dit voorkomt namelijk dat de pasta gaat kleven. Maar het nadeel kan zijn dat door de olijfolie de pasta ‘te glad’ wordt, waardoor de saus later minder goed hecht. Wat het beste werkt, daar zijn de meningen over verdeeld. Ons advies, experimenteer en kijk wat voor jou het beste werkt én lekkerste is. Je kunt ook altijd een klein scheutje olijfolie over de pasta doen na het koken.

5. Voeg zout toe

Zout zorgt voor wat meer smaak, maakt de structuur beter en helpt tegen kleven. Voeg het zout altijd toe als het water net begint met koken en voordat je de pasta in de pan doet. Hoeveel zout je nodig hebt verschilt en is ook afhankelijk van de kruiden of saus die je gebruikt. Als die al wat zout zijn, gebruik dan minder. Mocht je toch wat houvast willen, dan kun je 6/7 gram zout per 100 gram pasta hanteren.

6. Let op de kooktijd

De lekkerste pasta is in onze ogen ‘al dente’. Dit betekent dat het beetgaar is en wat steviger is, waardoor het een lekkere ‘bite’ krijgt. Maar hoe kook je pasta al dente? Meestal kun je hiervoor de kortste kooktijd aanhouden. Staat er op verpakking bijvoorbeeld 7 -9 minuten koken, hou dan 7 minuten aan voor al dente. Maar het allerbeste is om tijdens het koken de pasta af en toe te proeven en zo te bepalen of het naar jouw smaak is. Verder hangt de kooktijd af van de dikte en soort pasta. Zo heeft verse pasta namelijk een kortere kooktijd nodig dan gedroogde pasta omdat deze al vol met vocht zit. En sommige gedroogde pasta, zoals eierpasta, heeft ook een korte kooktijd. 

7. Afgieten, een kunst apart

Op zich lijkt het afgieten van de pasta na het koken zo gepiept. Echter willen veel mensen nog wel eens de fout maken om de pasta te lang te laten staan, omdat ze bijvoorbeeld nog bezig zijn met het bereiden van de saus. Dit is niet goed! De pasta gaart namelijk door als deze stil staat, dus de kans bestaat dat die heerlijke beetgare al dente een slappe hap wordt. Dien de pasta dus na het afgieten direct op! En spoel de pasta ook nooit af onder de kraan, tenzij je een pastasalade maakt.

8. Pastasaus toevoegen

Na afgieten van de pasta volgt het toevoegen van de saus of kruiden. Het afgieten kan via een pastapan met inzetpan, vergiet of door de deksel van de pan schuin op te tillen tijdens het afgieten. Zorg altijd dat het water er goed uit loopt. Doe hierna de pasta terug in de pan, maar zet het niet terug op de warmtebron omdat de pasta dan door gaart. Bewaar eventueel een beetje kookwater mocht je de pasta en/of saus wat te droog of te dik vinden. Voeg een klassieke pastasaus toe met verse ingrediënten zoals groenten, vis en vlees. Warm de saus even op, maar laat het nooit koken! Pesto hoef je niet te verwarmen en roer je gewoon door de pasta heen na dat je het hebt afgoten. Wil je echt ‘Italiaans’ gaan? Verwarm dan wat pastakruiden met olijfolie en meng ze door de pasta.

9. Genieten!

De laatste en belangrijkste tip die we je willen geven is dat je natuurlijk heerlijk moet genieten van jouw zelfbereide pasta! Proef de textuur en let ook op het smaakverschil dat verschillende pastasoorten en -diktes geven. En vergeet een goed glas Italiaanse wijn niet! Bon appetito!